Hertog en sik 1995

H1995Jaar: 1995

Hertog: Jan 4 (Piek)
Sik: Johan (Oude Engberink)

Jan Piek (41) kwam begin jaren ’70 vanuit de ‘polder’ naar de grenspost De Rammelbeek, waar hij grensbewakend marechaussee werd. Hij vestigde zich toen ook in Noord – Deurningen. Bij Sportclub Denekamp was hij al snel jeugdbestuurder. Daar liep hij op gezette tijden Nachtoel Meinte Hoekstra tegen het lijf. Toen de keuzeheren Jan Roesink en Herman Wissink hun oog, misschien via Meinte, hadden laten vallen op Jan als de nieuwe hertog voor 1995 was het totaal niet vanzelfsprekend dat Johan Oude Engberink (42) diens secretaris ging worden.

Johan was wel in een soort aanverwant beroep werkzaam, namelijk als politiehonden begeleider, hij kende mede daardoor Jan Piek, maar een heel nauwe band met Jan bestond niet zo via dat kanaal. Duidelijke gemeenschappelijkheid: beiden woonden in Noord –Deurningen en juist dat aspect leidde ertoe dat ‘De Zoeke’ dat jaar tot de zogenoemde ‘buitenresidentie’ van de Nachtuulkes werd omgedoopt, na een bezoek aan die toko door de hertog, zijn sik en het verdere gevolg.

Overigens, Johan was al een hoogheid en daarna Rv11-er van de carnavalsvereniging, die in De Zoeke al tijden haar domicilie had. Buitenresidentie is dit horecabedrijf de jaren daarna ‘tot aan de dag van vandaag’ gebleven. De nieuwe hertog wees de keuzeheren Johan aan als de door hem gewenste sik. Voor Johan schiep dat een probleem, want deze geboren Rossummer, die in 1979 naar Denekamp was gekomen, was vrij nauw aan de Köttelpeern -vereniging gelieerd. Hij was namelijk de hoffilmer van één van de prinsen geweest en dat was bovendien nog zijn zwager. En, hij was, zie hiervoor, lid van de Rv11 bij De Zoeke. Een eventuele ‘switch’ naar de Nachtuulkes kostte dus wel even bedenktijd, maar uiteindelijk koos hij toch voor het secretariaatschap van hertog Jan IV. Maar, aldus Johan: “Het was een moeilijke stap…? En geen Nachtoel die het daar niet mee eens was.

Hertog viert hoogtij met kerst……

Twee mannen, die beroepshalve waakten over onze veiligheid, als heersers in de Uulkesresidentie en wakers over het oel’nvolk, kan het beter? Maar ook voor hen was het, gelukkig, tijdens hun carnavalsperiode alleen maar carnaval wat de klok sloeg, hetgeen duidelijk bleek uit hun lijfspreuk: ‘Met disse twee Oel’n van de grens, wo’j met carnaval ’n ander mens’. Johan vond de cryptische omschrijving van de toen nog komende hertog heel spits gevonden: De nieuwe hertog viert met kerstmis hoogtij….
Klopte helemaal, tenminste als je een piek boven op de top van je kerstboom pleegt de zetten. Een grappig moment was toen Meinte, die door Jan geholpen werd bij de nieuwbouw van zijn huis, die plek moest verlaten om zich voor te bereiden op het voorstellen aan het bestuur van de hertog. Jan gaf aan nog wel even de boel op te ruimen omdat hij die avond niets te doen had. Een complete verrassing dus, toen Meinte er ’s avonds achter kwam dat Jan de hertog was.1995

Een ander komisch moment: Op de avond van het uitkomen moest Johan eigenlijk met de Rv11 van de Köttelpeern daar naar toe: “Ik heb toen vorst Hugo, Stef Fransen, maar van te voren ingelicht…..? Jan is uit Denekamp vertrokken, maar Johan Oude Engberink is ook na 1995 een zeer waardevol Nachtuulke gebleven. Hij werd bestuurslid met functies als secretaris en penningmeester en in 1999 werd hij vorst van de Raad van Elf.

Lijfspreuk: Met disse twee Oel’n van de grens, wo’j met carnaval ’n ander mens