Hertog en sik 2002
Jaar: 2002
Hertog: Martin 1 (Tellman)
Sik: Patrick (Schiphorst)
Martin’s (36) intocht was een volkomen verrassing, die van Patrick (28) in feite ook, maar achteraf bekeken toch ook weer niet . De laatste stond namelijk de jaren daarvoor een beetje als de grote ‘gekke’ klapper op het galapodium in de residentie van de Oel’n. Met zijn kolderieke buuts en acts kreeg hij al (tien!) jaren de zaal plat. Als duo vormden ze niet alleen een stel van contrasten, maar eveneens een familiekoppel.
De hertog is namelijk een neef van zijn secretaris, hetgeen in de lijfspreuk duidelijk gemaakt werd: ‘Met disse twee nèv’n keu’j bie de Nachtoel’n nog heel wat belèv’n’. Garagehouder Martin Tellman, die in korte tijd een paar garagewerkplaatsen overnam, waaronder die van keuzeheer Marcel Timmerhuis, was eigenlijk nooit zo opgevallen in het carnavalsgebeuren van de jaren voor 2002. Dat hij in beeld kwam verbaasde dus niet, gelet op de zakelijke contacten die hij had mijn Marcel. Voor de immer rustige, zelfs wat timide, ogende jonge ondernemer was de triomfantelijke intocht in het Denekampse carnaval uiteraard zeer positief voor de uitbreiding van zijn zakelijke netwerk. Zo zag hij het zelf ook wel een beetje, al had hij direct de smaak te pakken. Het feit dat hij neef Patrick aan zijn zijde kreeg was een geweldige steun in zijn rug.
Patrick Schiphorst, Skippy, wie had die jongeman de laatste jaren nou niet leren kennen. Door een aantal schitterende gala – optredens, door zijn flamboyante carnavalswandel door het Greune Köttelpeerkes wereldje, waarbinnen hij in 1996 de jonker was en door zijn altijd vrolijke uitstraling ook buiten het carnaval om. Uit dit verhaaltje blijkt waarschijnlijk voor menigeen dat daarin de neiging zit om het meer over de sik te hebben dan over de hertog. En inderdaad, Martin was tot zijn aantreden een vrij onbeschreven blad in de carnavalshistorie.
“Ik ga niet met zo’n ‘Jan Pilo’ op het toneel…..?
Toen Martin eenmaal ‘hing’, ondanks het hardnekkige aanvankelijke ‘nee’ van vriendin Miranda, had hij direct maar één man op het oog als zijn assistent, als zijn secretaris. Hij moest drie tot vier namen noemen, maar voor Martin was neef Patrick de meest geschikte, lachend de ‘meest geschifte’ betiteld. Dus ‘Skippy’of hij zag af van zijn kandidatuur. Patrick op zijn beurt had eveneens zo zijn voorwaarden: “Ik wil weten wie het is, anders sta ik straks voor ‘Jan Pilo’ op ’t toneel. Voor die voorwaarde van deze ras -artiest kon men begrip opbrengen, maar dat was gemakkelijk, omdat het wel vast stond dat Martin absoluut niet zo’n ‘Jan Pilo’ zou zijn. “Het is familie van oe…?, aldus de keuzeheren, maar dat schiep nog geen duidelijkheid bij Patrick: “Wel kan dat noe wèz’n….??
Een enorme verrassing derhalve voor de man, die kort na de carnaval zelf een eigen onderneming begon en natuurlijk onder de naam……’Skippy’. Martin heeft geen tel(man) spijt gehad van zijn intocht in het carnaval, integendeel, hij voelt zich bij de Nachtuulkes geweldig thuis. Net als Patrick vindt hij dat het één grote familie is met de residentie als het centrale punt van alles wat er van de vereniging uit gaat. De bouwloods zien ze als een, eveneens gezellige, nevenlocatie, maar ’t Wubbenhof was voor hen het grote feestelijke middelpunt. Een jong stel, dat zich uitstekend manifesteerde.
Lijfspreuk: Met disse twee nèv’n keu’j bie de Nachtoel’n nog heel wat belèv’n’